Werken met scenario’s
De vragen rond werk en leven die mensen bezighouden, hebben te maken met het verleden en toekomst. Met betrekking tot het verleden gaat om het vragen naar inzicht, naar achtergronden en samenhangen van bepaalde gebeurtenissen in hun leven. Met betrekking tot de toekomst gaat het om vragen rond het doen van bewuste keuzen, bijvoorbeeld de keuze tussen verdere specialisatie of generalisatie in het werk.
Het verleden is het stuk van het leven dat achter je ligt. Feiten, gebeurtenissen en ervaringen kun je in je herinnering terugroepen. Ze leveren je het materiaal dat je onderzoeken kunt. De toekomst geeft heel wat minder houvast. Buiten de wetmatigheden van de fysieke wereld, de zogenaamde natuurwetten, zijn er maar weinig ‘hard facts’. We kunnen erop rekenen dat de zon ook de volgende week weer opkomt en dat de wetten van de fysica dan nog steeds zullen gelden. Een dergelijke zekerheid is er niet als het om afspraken tussen mensen gaat. Door middel van contracten en regels proberen we de onzekerheden van de toekomst zoveel mogelijk te reduceren. Maar velen hebben de afgelopen tijd pijnlijk moeten ervaren dat zelfs de afspraken die in de sociale wetgeving zijn vastgelegd, geen blijvende zekerheid bieden. De zon kan niet worden stilgezet, maar de WAO kan wel ingrijpend worden gewijzigd of de vut worden afgeschaft.
De toekomst is een ongewis gebied. Steeds zijn er in de geschiedenis van de mensheid pogingen gedaan om greep op de toekomst te krijgen. Deze werd voorspeld aan de hand van dromen, die door droomuitleggers werden geanalyseerd. Ook werd ze afgelezen aan verschijnselen in de natuur: aan de vlucht van vogels, het ruisen van de wind, de stroming van het water. En er waren bepaalde plaatsen, bronnen of bomen, waar ingewijden de beelden van de toekomst, in vorm van visioenen, door de goden werden ingeblazen. De geprofeteerde toekomst werd dikwijls als onontkoombaar gezien, zoals blijkt uit de Griekse sage over Oedipus: door te trachten het voorspelde noodlot te ontlopen, wordt het juist voltrokken.
De moderne mens is geneigd zijn schouders op te halen over deze oude praktijken en ze naar het rijk de fabelen te verwijzen. Het voorspellen van de toekomst is een vermakelijkheid op de kermis geworden. Dat wil niet zeggen dat de toekomst ons koud laat. Op een serieuze manier wordt in onze tijd geprobeerd de toekomst te verkennen met behulp van rationele methoden en technieken, zoals het in kaart brengen van trends, het berekenen van toekomstige effecten, het strategisch plannen enzovoort.
Tegelijkertijd groeit de scepsis ten opzichte van deze rationele benadering en wordt de mogelijkheid de toekomst te beheersen door steeds meer mensen als een illusie ervaren. De grote omwentelingen in de wereld eind jaren tachtig en de kredietcrisis recent nog– die ook voor de meeste leiders van politiek en industrie onverwacht kwamen- maar ook de chaotische toestanden in de jaren daarvoor hebben het geloof in een voorspelbare en daarmee beheersbare wereld aan het wankelen gebracht.
Niet alleen op maatschappelijk niveau of op het niveau van de organisatie, maar ook op het micro-niveau van het persoonlijke leven blijft het moeilijk een houding ten opzichte van de toekomst te vinden. En toch is dat belangrijk voor wie een meer bewuste sturing aan het eigen leven wil geven.
Hoe gaan mensen met hun eigen toekomst om?
LEES VERDER...
Afwachten
Er zijn mensen die vinden dat je gewoon moet afwachten wat de toekomst brengen zal. Voor vroegere generaties was dit de meest vanzelfsprekende houding. Uitdrukkingen als ‘je moet het leven nemen zoals het komt’,’de mens wikt God beschikt’ getuigen daar nog van. De eigen levensloop beschouwde men als van buitenaf bepaald. In werkelijkheid was de eigen inbreng ook bijzonder gering, al zijn door de hele geschiedenis heen steeds mensen geweest die toch tot een vorm van zelfbepaling kwamen.
Ook in onze tijd zijn er mensen die zich afwachtend opstellen. Zij vinden dat het weinig zin heeft allerlei plannen te maken, omdat het leven toch anders loopt dan je van tevoren had bedacht. Je gaat bijvoorbeeld ’s morgens naar je werk en je neemt je van alles voor om die dag te doen. Maar al vanaf het eerste moment worden je plannen doorkruist door allerlei onverwachte dingen. En als je ’s avonds naar huis gaat, realiseer je je dat je de hele dag razend drukt bent geweest, maar niets verwerkelijkt hebt van wat je je had voorgenomen. Dit is nog vaker het geval bij voornemens die betrekking hebben op je houding, of gedrag. Binnen de kortste keren reageer je weer als vanouds.
Deze en andere ervaringen, zoals het lot van vele goede voornemens op oudejaarsavond, brengen mensen ertoe zich afwachtend op te stellen te stellen tegenover de toekomst. Ze hebben geen zin in schuldgevoelens en frustraties over niet gerealiseerde voornemens en plannen.
Natuurlijk kun je ook terugschrikken voor de verantwoordelijkheid die het doen van eigen keuzen met zich meebrengt. Keuzen hebben nu eenmaal consequenties, zowel voor jezelf als voor degenen met wie in je werk of privé-leven verbonden bent. Uit een afwachtende houding tegenover de toekomst spreekt ook een zekere levenswijsheid. Beseft wordt dat er in het leven krachten werken die niet allemaal te kennen, laat staan te beheersen zijn. Een dergelijke houding heeft echter ook haar nadelige kant. Het gevaar is groot dat je de kansen en mogelijkheden die in de toekomst verscholen liggen ‘verslaapt’ en dat je telkens het gevoel hebt te laat te zijn.
Overigens is de houding van afwachten de moderne mens niet meer zo op het lijf geschreven en vraagt het een tegen de tijdgeest opgroeien om die houding toch aan te nemen. Doe je dit bewust, dan wordt het afwachten minder stuurloos. Dan wordt het een alert blijven voor het leven, dat je zijn gang laat gaan en waardoor je je laat inspireren tot keuzen en dalen.
Plannen
In deze tijd, waarin actie, eigen initiatief en onafhankelijkheid favoriet zijn, gaan veel mensen op een haast tegenovergestelde manier met de toekomst om. Zij gaan ervan uit dat de toekomst planbaar, beheersbaar en dus bestuurbaar is. Deze houding kent vele varianten, die allemaal elementen in zich dragen als het analyseren van trends in de omgeving en in het eigen leven tot nu toe, het in kaart brengen van eigen sterkten en zwakten, het stellen van doelen en het maken van stappenplannen.
Zo zegt bijvoorbeeld Peter, een zesendertigjarige controller en hoofd van de afdeling automatisering bij een multinationale onderneming:
“Ik maak me over de toekomst geen zorgen. Als je een beetje uitkijkt en jezelf een beetje in de hand houdt, kan je weinig gebeuren. Kijk, ik ben nu zesendertig en ik zit hier (wijst op een hokje in het organisatieschema).
Over een jaar of twee, drie kan ik deze promotie nog maken (wijst op een hoger hokje in de buurt van de raad van bestuur). “Daar blijf ik zitten tot mijn vier- of vijfenveertigste, en dan laat ik me overplaatsen naar een staffunctie in de sfeer van Personeel & Organisatie” (wijst weer op een hokje, maar nu wat lager. “Want weet je, dan moet de druk een beetje van de ketel. Om me heen knappen die lui tussen vijfenveertig en vijftig allemaal af: overspannen, hartinfarct of nog erger. Ik wil met vijfenveertig geen kneus zijn Ik zal wel minder gaan verdienen, maar dat is geen bezwaar. De hypotheek is dan afgelost, de kinderen gaan bijna het huis uit….”
Peter is van mening dat je moet weten wat je wilt en de toekomst moet plannen, want de toekomst kun je in de hand houden. Velen denken zo als hij. Afwachten en maar zien wat het leven brengt is wel het laatste wat zij willen. Ook als het meer om een innerlijke ontwikkeling gaat, treffen wij deze houding aan. Zo zei een jonge manager onlangs: ”In een functioneringsgesprek is mij duidelijk geworden dat mijn contactuele vermogens slecht ontwikkeld zijn. Dat kan natuurlijk niet in mijn functie, en daar wil ik iets aan doen. Ik heb trouwens ook in de privé-sfeer wel gemerkt dat nodig is. Ik zoek nu een programma waarin eerst eens geanalyseerd wordt wat de oorzaken zijn van mijn falen en daarna wil ik een doelgerichte training om die manco’s weg te werken Over een jaar wil ik zover zijn dat mijn omgeving duidelijk verbeteringen ziet”.
In deze houding tegenover de toekomst zitten veel positieve aspecten: verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven, doelen stellen en zorgen dat je ze bereikt, wakker zijn voor tegenslagen en afwijkingen van je plan, initiatieven nemen enzovoort. Wij treffen deze houding veelal aan bij mensen die het in uiterlijke zin goed gaat. Hun ‘weten wat ze willen’ en hun vermogen zichzelf doelen te stellen is iets waarop vele andere jaloers zijn.
Maar hoewel deze succesvolle mensen de indruk wekken hun ontwikkeling met grote vastberadenheid zelf te sturen zijn het toch vaak normen en verwachtingen van de buitenwereld die hun doelen en wegen bepalen.
Als je je op de authentieke momenten afvraagt of de wensen en verwachtingen van de buitenwereld werkelijk stroken met wat je zelf in het leven wilt, wordt het veel moeilijker om heldere en concrete doelen en wegen te formuleren. Bovendien kun je door te sterk te willen plannen gemakkelijk gefixeerd raken op je voorstellingen over je toekomst. Daardoor zie je allerlei kansen en mogelijkheden die zich in het werkelijke leven aandienen niet meer.
Bouw je bewust momenten van bezinning in en oefen je je in het toelaten van verrassingen, dan wordt deze plannende houding minder dwangmatig en durf je je wat meer aan het leven toe te vertrouwen.
Toekomst en wil
Het valt op dat in de plannende manier van omgaan met de toekomst het denken de dominante factor is. Rationeel passend en metend wordt de toekomst ontworpen, worden doelen gesteld, strategieën gemaakt, stappen gepland, enzovoort. Je denkt dan dat je weet wat je wilt, maar zo simpel ligt dat niet. In je leven werkt namelijk ook een sterke onbewuste wil. Deze onbewuste wil is voor je toekomst belangrijker dan het denken. Om je leven bewust te gaan sturen, is het van belang iets van deze onbewuste wilsrichting te ontdekken. Dan kun je het middengebied vinden tussen afwachten en plannen.
Je weg in het leven ga je tussen enerzijds de mensen en omstandigheden die je ontmoet en anderzijds de innerlijke werking van je onbewuste wil. Veel mensen zijn door de omstandigheden van het moderne leven het eigen biografische spoor kwijtgeraakt. Ze leiden een leven dat niet meer strookt met wat ze eigenlijk hier op aarde willen. Dit kan zich uiten in een gevoel van zinloosheid, van niet meer verbonden zijn met de wereld om je heen, in gevoelens van depressie, woede en irritatie, van voortdurende onrust, besluiteloosheid, enzovoort.
De complexiteit, en de grote dynamiek van het leven in deze tijd verwarren je en vragen veel van je flexibiliteit. Het gevoel van stuurloos zijn ligt redelijk dichtbij. Het is niet voor niets dat in veel trainingen ‘het bij jezelf komen’ of ‘het jezelf zijn of worden’ centraal staat. Het onderzoeken van de eigen levensloop is een van de werkwijzen waarmee je de verbinding met jezelf, met de mensen om je heen en met de omstandigheden waarin je leeft, weer kunt activeren.
Bron: Adriaan Hoogendijk
©2019 | ROBRECHT LOOPBAANCOACHING & HR ADVIES | Robert Wouterse | info@robrechtcoaching.nl | 06 48344642